Water en zout

“Aanpassen!”
Ik stond bij de eieren in de supermarkt en ving een gesprek op tussen een man en een vrouw.
“Kijk, mijn dochter is naar Amerika verhuisd,  had alleen HAVO Engels en moest toch ook gewoon de taal leren.”
“Ja,” antwoordde de man, “Je bent gewoon een buitenlander in je eigen land tegenwoordig!”
Ik keek ze diep zuchtend aan, maar geloof niet dat dat overkwam. Zou het aan mijn wijk liggen? Niet helemaal dacht ik.

Een dag hiervoor stak ik nietsvermoedend over op een stille weg in Limburg. Ineens schreeuwde er een man vanuit een auto naar me, dat ik voortaan ook naar links moest “kieken”. Ik mompelde iets van ja, wat natuurlijk heel onaardig van mij was. Ik had eigenlijk moeten zeggen: “Dankuwel meneer! wat ontzettend attent van u, dat u de moeite neemt om te stoppen, uw raam open te draaien en mij toe te schreeuwen. Dankzij mensen als u, zal de wereld er een stuk gedisciplineerder uitzien!”

Ik ben zo ongelofelijk klaar met deze mensen. Kunnen wij ze niet een week naar Gaza sturen? Dat ze daar misschien iets van empathie kunnen ontwikkelen? Vrees het niet. Ze zullen zich waarschijnlijk dan aansluiten bij de groep mensen, die met een verrekijker, al popcorn etende, op een heuvel toekijkt hoe het daar gaat. Vermoedelijk komen ze dan terug en zullen roepen dat het best een goed idee is om een tijdje een dieet van alleen water en zout te volgen. “Je ziet echt niemand met overgewicht, daar in Gaza.”

Ik liep de supermarkt uit en daar stond een vrouw met de Straatkrant. Verontschuldigend zei ik dat ik geen los geld had. Later bedacht ik me, dat er nog wat in mijn auto lag. Ik liep terug om het haar te geven, met het besef dat ik enorm geluk had. Ik had twee tassen met boodschappen, ik had een auto met daarin nog enig los geld, waarvan ik geen idee had hoe dat daar ooit terecht gekomen was

Besef dit eens en pas jij je dan aan! Spreek je uit, trek iets roods aan, ga demonstreren, teken petities en als je dat allemaal te ingewikkeld vindt? Hou dan alsjeblieft gewoon je bek!

Het juiste moment

Het moest er nu echt een keer van komen! Hij was er ooit aan begonnen, veel later dan de rest, omdat hij toen een grote behoefte had aan wat troost. Maar die tijd was nu wel voorbij.

Het was ook allang niet meer zo behaaglijk om het te doen. Stond je eerst nog heel gezellig buiten met je soortgenoten, die eigenlijk vaak veel leuker waren dan de mensen waar je mee was gekomen. Tegenwoordig stond je vaak in je eentje en als er al een soortgenoot was, dan wilde je daar eigenlijk weer net niet bij horen.

Het was hem wel een keer gelukt, met pillen. Drie hele maanden lang! Hij voelde zich eigenlijk best wel goed toen, nu hij er over nadenkt. Maarja toen waren de pillen op en zat er niets anders op dan weer te beginnen.

En nu zocht hij al een tijdje naar het juiste moment. Kijk van de zomer was dat lastig. Daar waar hij op vakantie ging deed iedereen het nog en die mensen zijn zo gastvrij dat het bijna beledigend zou zijn als je dan niet mee zou doen.

Dus werd het herfst en had hij juist weer een beetje troost nodig. En voor je het weet komt de kerst er alweer aan en ja dat is toch al zo’n triest gebeuren, tenminste dat vindt hij dan, dan moet je het ook niet gaan proberen. En ja, wees nou eerlijk, 1 januari? Dan doet iedereen het al en van die groep wil je zeker geen deel van uitmaken. Losers en tokkies, sowieso.

Vervolgens zijn verjaardag, één groot feest. En daarna heeft hij het steeds naar de maandag uitgesteld, alleen hij vertelde niemand welke maandag. Maar vandaag was dus de dag! Hij had die pillen al maanden geleden besteld en vandaag had hij ze eindelijk uit de verpakking gehaald. Hij keek er nog eens goed naar. Hij had inmiddels alle reviews gelezen over dit medicijn en die waren allemaal goed. Dus daar kon hij niets over zeggen. Je moest wel goed voorbereid zijn, dat stond buiten kijf. Hij las alles nog eens goed door, voordat hij het doosje zou openen. En toen zag hij het: ten minste houdbaar tot 1 december 2024. Ja kijk, dat risico kon hij natuurlijk niet nemen. Vandaag was dus duidelijk ook weer niet het juiste moment om te stoppen met roken.

Lockdown January

Hebben jullie ook zo’n zin in een lockdown? Of ben ik de enige? Lijkt me heerlijk en zo lekker duidelijk. Weer alles online, fijn even die anderhalve meter afstand en iedereen om 21.00 uur sharp naar binnen. Die avondklok die was toch geweldig? Zo helder ook. Vóór negen uur alles regelen en daarna die aangename stilte op straat. Ik mis dat.

Ik mis ook de Persco’s. Wekelijks even aanzien hoe de Minpres het ook niet meer weet. En ach, stel je toch eens voor: een Persco met onze Schoof! En Irma erachter! Dat zou toch echt het meest hilarische ooit zijn. Oh … en dan is die vrouw er ook bij natuurlijk. Hoe heet ze ook alweer? Fleur! Dat dan juist zij moet vertellen dat we beter mondkapjes kunnen gaan dragen. Echt, als zij het zegt, dan doe ik het meteen. Met buikpijn van het lachen, dat wel. Bovendien staan die dingen mij goed, maar dit terzijde. Hoe fijn zou het ook zijn voor Sywert. Heeft die jongen ook weer eens iets te doen, immers, die zit zich nu ook maar wat te vervelen. Hij heeft vast nog wel ergens een partijtje mondkapjes liggen. Dat het niet helemaal de goede exemplaren zijn, maakt dan niet uit. We doen het tenslotte allemaal gewoon voor de sfeer.

En zeg nou zelf: het had toch veel beter geweest. De old skool Influenza heeft volop toegeslagen en de ziekenhuizen liggen weer vol. Beter hadden we vanaf 1 januari preventief alles dicht gedaan. Na al die kerstdagen is iedereen er toch wel klaar mee. Maakt dry January ook een stuk makkelijker. Dat je dan maar vier mensen thuis mag is ook fijn zo aan het begin van het jaar. Lijkt mij meteen een mooie reset: even bedenken wie jouw vier mensen zijn. En mocht je onverhoopt en per ongeluk met iemand afspreken is afzeggen heel makkelijk als je zegt dat je een griepje voelt opkomen.

Waarom doen we dit niet gewoon? Goed voor het milieu ook. Even niet vliegen, geen fast fashion kunnen kopen en ook niet naar de kroeg. We halen dat allemaal in gedurende de rest van het jaar. Waardeer je alles meteen weer veel meer. Een briljant plan, al zeg ik het zelf. Elk jaar starten met een “Lockdown January”.

Even uit de wolk

Ik ontmoette laatst een zwerver. Hij was heel vrolijk en ik dacht die gaat vast geld vragen. Maar dat deed hij dus niet.
‘Koud he?’ zie hij. Ik knikte bevestigend. Het was namelijk echt heel koud.
‘Weet je hoe dat komt?’ vroeg hij me.
‘Euh ja, het is winter!’ antwoordde ik,
‘Nee!’ riep hij uit, ‘dat is omdat de mensen zo slecht denken over elkaar! Let maar op als ze beter gaan denken wordt het weer warm.’

Ik ging laatst naar een musical. Niet echt mijn ding, maar we kennen iemand die daaraan meedoet en dat moesten we zien. Bij binnenkomst viel me al meteen op, dat we ons in een totaal andere wereld bevonden. Qua leeftijd viel ik niet echt uit de toon. Verder wel. De meeste vrouwen hadden een net iets te strakke jurk aan van een niet nader te benoemen, bewerkte stof. Ook hadden ze allemaal kort haar, dat je denkt: is dat om te verbergen dat ze eigenlijk mooi lang haar hebben en mag de buitenwereld dat dan niet zien? En, zo vroeg ik mij af: is dat korte haar wel hun eigen keuze of beslist iemand anders daarover. Tja, dat weet je niet en daar hoor je nooit iemand over.

Tijdens de voorstelling werd gezongen, gedanst en er werden grappen gemaakt. Wij konden er niet echt om lachen. De hele zaal lag dubbel. Wij bevonden ons duidelijk in een hele andere bubbel. Een wereld waar mensen op een hele andere wolk leven. Wij vonden het stom en begrepen echt niet waarom mensen hier geld aan uit geven?

‘Wat een geweldige avond, dat nemen ze ons nooit meer af!’, hoorde ik een vrouw, met kort haar en een te strakke jurk, achter me zeggen bij het naar buiten gaan.

De zwerver had gelijk, er is geen reden om slecht over een ander te denken, ieder zijn eigen wolk. Soms is het goed om even uit de wolk te zijn, dan kun je er iets van vinden en dat is verder prima. Geen enkele reden om daar slecht over te denken. Dat zouden meer mensen moeten doen. En heel gek, het was meteen een stuk minder koud buiten.

Te klein

Komkommertijd is het zeker niet als je van sport houdt. We gaan van het EK voetbal, naar de Tour, naar de Olympische spelen.

De verkering heeft de tijd van zijn leven. Alhoewel, niet als hij bij mij bivakkeert. Hij vindt mijn TV scherm namelijk te klein!

Toen ik dit aan mijn goede vriendin vertelde, keek ze me veelbetekend aan en zei: “Wij vinden ook wel eens iets te klein!” Gelukkig begreep haar man de verkering enorm en mocht hij bij hem op het grotere scherm naar de wedstrijd kijken. Wat voor mij een win-winsituatie was, want ik kon aan de wijn met haar.

Maar zo kwam ik er dus achter, dat grote schermen een verbindende factor zijn tussen mannen van alle culturen. Het hebben van een groot scherm is blijkbaar iets universeels.

Laatst waren mijn nieuwe Syrische vrienden op bezoek. Uit beleefdheid vroeg ik hem of hij wellicht voetbal wilde kijken? Hij keek naar mijn TV, toen naar mij en zei: “Op dat scherm? Dat is toch veel te klein?” Zij keek mij veelbetekend aan en wij moesten lachen. Vrouwen onder elkaar ook dat is universeel.  Daarvoor in de plaats leerden zij mij Syrisch dansen. Het grote voordeel van een kleine TV dus. Dan ga je gewoon iets anders, iets veel leukers doen.

Onze vakantie bracht ons eerst naar Turkije. Daar hebben ze pas grote schermen! Alhoewel daar veel minder sport gekeken wordt. Ze hebben daar andere problemen. Een weekje later zaten we op een Grieks eiland heerlijk te eten. Ineens was daar in het restaurant een groepje mannen. En jawel hoor: ze keken voetbal! Nu denk ik dat de Griekse vrouwen het enorm voor het zeggen hebben, zeg maar de broek aan. Thuis allemaal kleine schermen hebben en de mannen lekker naar de plaatselijke Taverne sturen. Wel zo rustig.

Ondertussen mist de verkering niets van de Olympisch spelen. Van roeien, naar turnen. Van atletiek naar wielrennen. Van zwemmen naar, je gelooft het niet, zelfs breakdance, want allemaal belangrijk. Maar het gekke is, hij kijkt alles op zijn tablet. Toen ik voorzichtig opmerkte dat het best een klein schermpje was, bromde hij iets onverstaanbaars. Ik glimlachte veelbetekenend. 

Tegen

Sinds 1 januari van dit jaar zijn er bij ons op het werk geen wegwerpbekers meer. Wij hebben het ‘Bring you own cup’ beleid. Waarom het in het Engels is weet ik dan weer niet, maar buiten dat ben ik natuurlijk enorm voor. Al die plastic bekers, dé héle dag door. Dat is natuurlijk nergens voor nodig. Dus neem ik vol goede moed mijn eigen mok mee. Het liefst een beetje in een hippe kleur, passend bij mijn outfit van de dag. Als ik die mok tenminste niet vergeet en dan weer ergens een aangekoekt bekertje moet afwassen met koud water. Of als je in de wandelgangen een lang verloren collega tegen het lijf loopt en even een bakkie wil doen: maar helaas geen beker!?

Dus ergens daar bedacht ik mij, dat het eigenlijk veel makkelijker zou zijn om overal tegen te zijn. Dus dat overweeg ik nu. Gewoon een rol plastic bekers in mijn la en daar met een stalen gezicht koffie mee gaan tappen. En als iemand daar dan iets van durft te zeggen alleen maar roepen: je mag tegenwoordig ook helemaal niets meer! Lijkt me soms zo lekker. Dan pleur ik mijn wijnflessen en mijn plastic gewoon bij het huisvuil. En als de bak vol zit gewoon onverschrokken de zak ernaast zetten. Want dat is nou eenmaal traditie in dit land en van onze tradities blijf je af!

Hoe heerlijk ongecompliceerd en simpel zou mijn leven dan zijn? Tegen alles zijn. Alles wat ook maar enigszins moeite kost. Lekker lang douchen, plastic tas voor de boodschappen en elke dag een stuk vlees, want dat nemen ze ons niet af. Wat moet je anders eten? Echt hoor, tegen zijn is zo veel eenvoudiger.

Tot ik laatst dit verhaal hoorde: jaren geleden had de Turkse volksheld Atatürk net een nieuw huis gebouwd, ergens aan zee. Naast dat huis stond een honderden jaren oude boom. De oude takken groeiden tegen het huis aan en de tuinman wilde de takken snoeien, de meest simpele oplossing. Maar Atatürk dacht daar anders over. De boom was er al langer en veel belangrijker dan het huis. Dus hij verplaatste het huis en liet het op een rails installeren, zodanig, dat het verschoven kon worden. De boom kreeg hierdoor de ruimte om gewoon door te groeien.

Dus ben ik toch maar weer vóór. Als iemand een heel huis laat verplaatsen voor een boom, hoeveel moeite is het meenemen van een koffiebeker dan nog?

Ouwe lullen uren

Zolang ik al bij mijn huidige werkgever werk, weet ik al van het bestaan. De ouwe lullen uren.

Ik kan me nog goed herinneren dat er jaren geleden, een in mijn ogen veel oudere collega, vertelde dat hij wegens zijn leeftijd extra vrije dagen had. Ik was blij voor deze collega. Ik dacht: wat fijn voor hem, hij is al best oud en zo heeft hij af en toe een extra dagje tot aan zijn pensioen. Mooi.

Tot ik dit jaar ineens in het systeem zag dat ik extra uren had. De reden: ik zat 10 jaar voor mijn pensioen. De ouwe lullen uren. Ik schrok, ben ik dan echt al zo oud? En ineens overviel het me. Ik had het eigenlijk niet eerder opgemerkt, maar nu ik erover nadenk. Er wordt al tijden niet meer naar me gefloten, iedereen spreekt me aan met U en de boel gaat steeds meer hangen zodanig dat zelfs Marlies Dekkers niet meer helpt.

Het is niet heel gek dat ik het niet eerder doorhad. De tijd gaat te snel. Het leek wel gisteren dat ik dacht nooit meer uit te kunnen slapen, daar er altijd wel ’s morgens, om pakweg 7 uur, een kind naast je bed stond. Dat ik hunkerde naar wat tijd voor mezelf. En opeens zijn ze uitgevlogen. Oftewel ze hebben het zinkend schip verlaten. Het empty nest syndroom. Nou is dat zeker niet zo’n drama als men doet vermoeden. Heel eerlijk, het is eigenlijk vrij heerlijk.

Enorm veel tijd voor jezelf en dan ook nog eens extra seniorendagen. Maar ik zit nu wel enigszins in een impasse. Wat is de bedoeling van deze uren? Het is voor duurzame inzetbaarheid zegt het systeem. Dus moet ik ze gebruiken voor de bridge, het biljarten of fietsen op een tandem? Of moet ik in afwachting van kleinkinderen dan maar alvast een oppashond nemen? Voorlopig gebruik ik ze om op tijd in Limburg te arriveren voor de vrijmibo. Zolang ik nog zonder rollator dat terras op kan flaneren, lijkt me dat toch echt de beste invulling.

Een zielig kerstverhaal

We komen allemaal weleens een wagen met pech tegen langs de snelweg. Auto in de berm, knipperlichten aan, de inzittenden staan in het gras. Op een winterse, donkere, stormachtige avond. Meestal als ik dat zie denk ik: “Wat zielig” en “Ben blij dat ik het niet ben”, dit niet perse in deze volgorde.

Mocht u op derde kerstdag ergens bij Tilburg bovenstaande tafereel hebben gezien, terwijl u lekker doorreed met de Top2000 aan. Dat waren wij! En nee, het was niet met mijn ouwe, rammelende rugzak, maar de degelijke, betrouwbare bolide van mijn verkering. Wij stonden in een drassige berm en belden de ANWB. Die hadden het blijkbaar druk, we hingen in de wacht. Met als wachtmuziek Radar Love. Nou is dat best een fijn nummer als je lekker door kunt rijden, maar niet voor in de wachtrij, terwijl steeds diezelfde stem zegt dat het erg druk is. Ik had wel een iets betere service verwacht, aangezien wij al een tijdje een ANWB stel zijn. Ondertussen tuurde ik in de verte of er misschien ergens een herberg in de buurt was, met een stal, wat stro en een paar ezels.

Na een tijdje kwam het licht ons tegemoet. Niet in de vorm van de kerstster, maar de Rijkswaterstaat. Die zorgde ervoor dat we werden weggesleept naar de dichtstbijzijnde herberg, alwaar we iets veiliger op de ANWB konden wachten. De herberg in kwestie was het Van der Valk hotel en casino. Het bleek allesbehalve een eenvoudige herberg, maar meer een overdekt speelparadijs met ouders die de cursus: ‘Hoe moet mijn kind zich gedragen in een restaurant” zeker nog niet onder de knie hadden. Maar ach, het was er warm en droog en ze hadden wijn.

Eindelijk was hij daar, de man met de gele wagen. Die het probleem ook niet op kon lossen, dus werden we op het station afgezet. Net voor middernacht bereikten we eindelijk ons einddoel, alwaar we liefdevol werden opgewacht door onze eigen Kerstengel en werd het toch nog gezellig. Alhoewel, de verkering is behoorlijk in mineur en ik weet eerlijk gezegd niet of hij hier ooit nog overheen gaat komen.

En de voiture? Die staat nu bij een herberg en wacht op verlossing. Donaties zijn welkom.

Stemspijt

Een aantal jaar geleden was vliegschaamte het woord van het jaar. Ik voorspel dat het woord van dit jaar stemspijt zal zijn. Het kan toch niet anders, dat een deel van die 2.3 miljoen mensen spijt gaat krijgen?

Op het moment dat die jongen voor je met leren jasje, Gucci pet en schoudertasje vriendelijk glimlachend de deur voor je openhoudt en keurig zegt: “Gaat uw gang, mevrouw!” Dan moet er toch ergens een beetje stemspijt naar boven komen? Of als je, terwijl je even schuilt in een portiek voor een hagelbui, een geanimeerd gesprek hebt met de schoonmaker met een licht getinte huid. Dat jij dan zegt dat je al lekker weekend hebt en hij vervolgens  vertelt dat hij nog even doorgaat. Hij moet namelijk uren maken als ZZP’er. Of ben ik toevallig de enige die in dit soort situaties terecht komt?

Ben ik dan ook de enige die zielsgelukkig wordt tijdens een wandeling door mijn bruisende stad, om me heen kijkend naar al die mensen in alle kleuren, soorten en maten. Bij de KFC naar binnen kijkt en daar twee verliefde jongens ziet zitten, waarvan er één een lange leren jas aanheeft en netkousen draagt. En dat ik dan denk: “Wat hou ik toch van deze stad!”

Alhoewel ik na vorige week wel even heb overwogen om naar 020 te emigreren, omdat ze daar tenminste wel lekker havermelk elitair stemmen.

Ik loop nu toch wel anders over straat, want wie zijn deze mensen die ‘anders’ gestemd hebben? Zij weten meteen aan wie het ligt, wie in hun ogen alles verziekt. Iedereen met een niet westers uiterlijk, wat dat dan ook moge zijn. Ik heb geen idee wie de fascist is in mijn flat, in mijn yogaklas of op het terras.

Zouden ze geen stemspijt krijgen als ze hun Turkse pizza halen bij Mohammed? Waarschijnlijk niet want Mo is anders: “die werkt gewoon en is verder een aardige gast. Wel jammer dat zijn vrouw nog steeds die hoofddoek draagt, maar goed dat is binnenkort toch verboden”.

Of zouden deze mensen pas stemspijt krijgen op de dag dat Nederland onder water loopt wegens klimaatverandering en zij in een rubberbootje asiel moeten gaan aanvragen in de hoger gelegen niet westerse landen?

Moederland

“Vaderland” zei ze, “dat wordt het onderwerp”. ‘Ze’ is één van mijn drie Marokkaanse zussen en met z’n vieren vormen we al een aantal jaren een schrijfclub. Af en toe komen we bij elkaar. Eén van ons bepaald het onderwerp, daar schrijven we dan over en lezen dat aan elkaar voor. Een zeer goed concept. Tot nu, want vaderland? Daar heb ik dus helemaal niets mee.

Zij wel. We hadden het net uitgebreid gehad over de Atlas Leeuwen en hun onbeschrijfelijke gevoel van trots toen zij bijna wereldkampioen werden. Nou heb ik, zoals algemeen bekend, helemaal niets met voetbal en zeker niet met onze Oranje Leeuwen. Ik geloof ook niet dat die bijna wereldkampioen werden, waren of ooit zullen worden. En buiten dat Vaderland? Ik spreek liever over Moederland, want zonder moeders was er überhaupt nergens een land.

En dan nog? Waar kun je als Nederlander tegenwoordig nog trots op zijn? De toeslagen affaire, het koloniaal verleden of Prins Bernard? “Een volk zonder helden is een volk zonder identiteit”, schreef Anton de Kom ooit. En zo is het. Vroeger op school leerden we over onze helden: Piet Hein, Peter Stuyvesant en Witte de With. Buiten dat die laatste zijn naam heeft gegeven aan de leukste straat van Rotterdam, weten we nu dat er van hun zogenaamde heldendaden echt niets klopt.

Dus deed ik, zoals elke zojuist afgestudeerde behoort te doen: onderzoek. Ik vroeg eens om me heen. Hoofdvraag: ben je trots op je moederland? Duidelijk is dat zo goed als iedereen blij is in dit land geboren te zijn en niet ergens anders zou willen wonen. Dat geldt dus ook voor mij. Maar trots? Ja iets met voetbal, autoracen of een andere vorm van sport, mompelden de meeste mannen. Als je niet van sport houdt blijft er niet veel over, was mijn conclusie.

Of word je pas trots op je land, als je er niet meer woont? Omdat alles van een afstand veel beter lijkt? Ook niet helemaal waar. Mijn bijna Nederlandse Turk is ook niet heel trots op zijn moederland nu, wel als het gaat over hun grote held Atatürk. We hebben dus een ernstige behoefte aan helden.

Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, dat is dan wel iets om over op te scheppen als je uit Nederland komt. Of dat wij het eerste land waren waar een homohuwelijk werd gesloten, daar mogen we héél trots op zijn.

Kortom, ik gun mijn zussen hun trots en ga volgende keer lekker een onderwerp bedenken waar zij niets mee hebben. Watermanagement ofzo.